Een groot, breed lichaam zette zichzelf voort op het strand. Hij had de geur van mensen niet geroken, dus het was veilig. Echter had hij wél de stinkende geur van een vampier geroken.. Dé geur, die hij gisteren ook bij het huis van Avery had geroken. Tja, hij wilde geen bemoeial ofzo zijn, maar er was iets dat gisteren niet klopte. Daarom was hij ook naar Avery' huis gegaan, en stiekem had hij wel geweten dat er een vampier was geweest. Nouja, bij het huis in de buurt was. Als de vampier Avery iets aan had wíllen doen, had hij hem gepakt. En niet zo zacht ook. Wolven konden héus wel een vampier doden, zonder pardon. En als het om Avery ging, zou hij het met liefde doen. Niemand deed haar wat aan, net nu hij haar weer had gevonden. De bruin/witachtige wolf keek met zijn grote, kastanjebruine ogen rond.
Ja, daar zat die vieze bloedzuiger. Pff, Darren wálgde van ze. Darren versnelde zijn passen en ging op hem af, zich klaarmakend voor een grote strijd die wel eens kon beginnen. Een weerwolf tegen een vampier. Dat zou een strijd worden die wel eens eerlijk op zou kunnen gaan, of niet? Nouja, Darren was sterk, en niet een opgever. Hij zou zijn leven voor dat van Avery geven, dat wist hij zeker. Zij had namelijk een 'normaal' leven, anders dan de zijne. En daar had ze geluk mee. Wat moest je gisteren bij dat huis? Darren had even zijn ogen gesloten toen hij dat had gedacht in zijn gedachte. Hopelijk zou de vampier gedachtes kunnen lezen, Darren kon niet praten als hij een weerwolf was. Dus de enige mogelijkheid was dat hijzelf iets dacht, de vampier dat hoorde en dan gewoon sprak tegen hem. Toen het Darren iets te langer duurde kwam er een laag gebrom uit zijn keel, ontblootte hij zijn tanden. Práát! De stem had in zijn gedachte woedend geklonken, sissend en serieus. Hij was ook bloedserieus. Het ging om Avery, en die zou híj niet vermoorden, of een vampier maken. Nooit. Ookal zóu ze een vampier willen worden -alhoewel ze nog nieteens van dat bestaan wist maargoed- dan zou ze zélf die keuze moeten maken. Niet hij, ook niet Darren. Alleen zij. Niemand anders. Darren bleef geconcentreerd op de vampier staan te kijken, in een houding dat áls de vampier aan zou vallen hij meteen een aanval terug kon verwachten. Hier zou hij zéker niet mee weg komen. Echt niet..