Tahur voelde hoe de sterke spieren van zijn poten hem voort lieten schrijden door het lange gras. Hij rook de heerlijke geur van vers vlees, en wist precies hoe hij zich nu moest opstellen. Het enorme eland dat hij had belaagd was nu weggevlucht, maar het dier was gewond. Tahur had een groot stuk van zijn spier gescheurd, in zijn rechter achterpoot. Het dier bloedde verschrikkelijk veel, en het zou alleen nog maar een tijd rennen kosten om het dier te doden. De natuurlijke geur van een weerwolf jaagt dieren angst aan..
Die angst was goed. Angst maakt een stof vrij, een equivalent van het al bekende adrenaline, dat het stromen van het bloed bevordert.. En bloed verliezen. Dat doet het hem. Tahur was geen nietsdoener, geen gekke halfling, een bezoedeling van het zijn van een weerwolf.. Hij wist heel goed wat zijn soort was, en hoe ze eigenlijk hadden overleefd, al die tijd. Maar ach.. Waarom zou hij niet gewoon een half-mens worden, en eten koken?
Oh ja. Het genot van het bloed dat over je tong stroomt, langs je tanden vloeit, en uit je kwijlende bek druipt. Het opslokken van hompen vlees van meer dan drie kilo, en het in één keer weg kunnen slokken. Het eland was neergestort. De laatste strijd van het dier tegen de immense wolf zou niet lang meer duren, en Tahur maakte het kort. Hij rukte de slagader en wat andere vitale delen uit de keel van het eland, en begon de heerlijke warme ingewanden uit zijn buik te scheuren. Tot hij wat hoorde...
Tahur sprong op, en spitste zijn oren in de lucht. Hij ving een vreemd geluid op, en keek om zich heen. Stemmen vanachter de muur van hoog geel verdord gras.
Hij veranderde. Zijn haar verdween, en hij voelde hoe zijn klauwen en enorme tanden terugtrokken, en veranderden in een normaal gebit en verzorgde nagels.
Hij keek nog eens om zich heen, en dook in het lange gras. Daar wachtte hij...