Leyla stond voor de dubbele glazen deur en hield haar adem in. Ze was zenuwachtger dan normaal als ze donorbloed ging stelen. Dit was nu ook wel de eerste keer in dit ziekenhuis en dat was altijd gevaarlijker. Ze wist het bloed niet liggen en dat zou voor problemen kunnen zorgen. Natuurlijk kon ze het gemakkelijk ruiken en dan gewoon naar de plaats van de geur gaan. maar dit was nog altijd een ziekenhuis en de kans was groot dat ze niet alleen donorbloed maar ook echt mensenbloed zou ruiken, en wat als ze zich niet kon inhouden.
Ze moest het er maar op wagen en hopen dat ze sterk genoeg was, waar ze helemaal niet zeker van was.
Ze zou gewoon één keer snuiven en dan hopen dat het genoeg was.
Leyla opende de deuren en snoof de ziekenhuislucht in haar longen.
ze rook de medicijnen, de geur van de linnen lakens, van het metaal van naalden, van het satijnen hemd dat de receptioniste aanhad, maar vooral rook ze de overweldigende, verslavende geur van het bloed. veel bloed. er was bloed dat ze gewoon voelde stromen door de aderen van onschuldige mensen, wat het nog lekkerder deed ruiken. Maar ze wou geen mensen vermoorden, niet weer, en ze zocht dus naar de lichte mengeling van zuiver bloed en het plastic waar het in verpakt was. al snel had ze het gevonden, nu maar hopen dat niemand me opmerkt, dacht Leyla nerveus.