Zoltan
Zoltan werd achtervolgt door minstens 3 wezens, hij wist niet wat ze waren maar ze waren heel snel, zo snel dat hij ze bijna niet meer kon zien. Hij struikelde over een gevallen tak in een bos, hij wist niet waar hij was, hij liep gewoon weg van wat hem achternazat. Het grootste en de sterkste wezen boog zich over Zoltan. Het wezen lachte zijn tanden bloot. Het was geen glimlach meer. Hij boog zich over Zoltan, Zoltan kon niet zien wat dit monster met hem deed. Maar plots was er een verschrikkelijke pijn. Zoltan maakte geen enkel geluid, hij wou zijn angst en pijn niet tonen. Na een hele lange tijd, hij had geen idee hoe lang, begon de pijn langzaam weg te trekken. Toen kwam de hevige dorst er voor in de plek. Hij opende zijn ogen. En keek rond, nu zag hij alles veel beter. Er was niemand in de buurt. Hij vroeg zich af wat er met hem gebeurt was. Hij ging uit het bos naar huis. De dorst werd alsmaar erger. Toen Zoltan thuiskwam opende zijn zusje de deur. Hij kon haar ruiken. Plots sprong hij op haar en dronk haar leeg. Hij walgde van zichzelf en wou wegvluchten maar zijn vader en moeder stonden angstig naar hem te kijken. "Duivel!" riepen ze. Zijn instinct nam het over en hij dronk hun ook leeg. Hij ging naar buiten en liep weg. Al 365 jaar probeerde Zoltan te vergeten wat hij had gedaan. Nu zwierf hij rond, ver van zijn vroegere thuis. Hij dronk wel nog mensenbloed, hij had ooit wel willen stoppen, maar het was nog nooit gelukt.
People were created by god, I by the Devil