Met een gierende ademhaling dwong Phoebe haar benen om verder te rennen, alle uitstekende takken te ontwijken en ondertussen over haar schouder te kijken om te zien of iemand haar was gevolgd. Hoe kon ze zo stom zijn om in haar wolvengedaante te veranderen als ze daarvoor nog had geroken dat er jagers in de beurt waren, die zonder te aarzelen op haar zouden schieten als ze haar kleine, bruine wolvenlichaam tussen de bomen door zouden zien.
'Waarom doe je dat nou?! Zo debiel?!' schreeuwt ze tegen zichzelf, denkend dat niemand haar kan horen, terwijl ze haar ogen stijf dicht knijpt. Een fractie van een seconde te laat beseft ze dat ze nog steeds door het bos stormt en voor ze het weet valt ze met een klap voorover op de grond en schuift nog een stuk langs een helling omlaag. Phoebe spert haar ogen wijd open en klauwt met haar vingers in de droge bosgrond, waarna ze zichzelf half overeind trekt.
'Ik kan niet eens door het bos rennen, waardeloos dit...' schiet het door haar gedachten, waardoor haar ogen zich alweer met tranen vullen, iets wat veel vaker gebeurt de afgelopen tijd. Snel werpt ze een blik over het bos om zich heen, en als ze op het eerste gezicht niemand ziet krabbelt ze vlug overeind en veegt ze met wilde bewegingen haar ogen droog. 'Kom op Phoebs,' spreekt ze zichzelf bemoedigend toe, 'zo komen we helemaal nergens.'
Terwijl ze voorzichtig de blaadjes uit haar haren plukt en de schade bekijkt die ze heeft overgehouden van de val - een aantal kleine schaafwondjes - trekt ze zichzelf omhoog in een boom en gaat drie meter boven een klein meertje op een tak hangen. Vermoeiend sluit ze haar ogen terwijl ze zich afvraagt of het wel een goed idee was om naar Forks te komen, of het Quileute reservaat ...
# feel free to react